
Medisch gezinshuis
Wat is een medisch gezinshuis?
In een medisch gezinshuis wonen kinderen die (tijdelijk) niet bij hun eigen ouders kunnen wonen met een medische hulpvraag samen met de gezinshuisouders en andere gezinshuiskinderen. Deze kinderen hebben, naast de uitdagingen die vaak voorkomen in gezinshuizen, ook een beperking op medisch, cognitief of motorisch vlak.
Het kan bijvoorbeeld gaan om kinderen die afhankelijk zijn van sondevoeding of zuurstof, of kinderen met een complexe lichamelijke beperking. Naast therapieën en omgangsafspraken hebben deze kinderen vaak ook afspraken in het ziekenhuis, bij revalidatiecentra of andere behandelaars. De zorg is intensiever – maar juist ook heel waardevol.
Een medisch gezinshuis biedt deze kinderen een zo normaal mogelijk thuis, met ruimte om te groeien en te ontwikkelen binnen de structuur van een gezin.

Welke medische handelingen moet ik kunnen uitvoeren?
In een medisch gezinshuis verzorg je kinderen met een intensieve medische zorgvraag. Dat betekent dat je allerlei verpleegkundige handelingen in de thuissituatie uitvoert. Denk aan het toedienen van sondevoeding (via een voedingssonde of PEG-sonde), toedienen van medicijnen (oraal, per injectie of via infuus/pomp), verzorgen van een tracheacanule (inclusief zuigen van de luchtwegen), monitoren van saturatie en hartslag en omgaan met hulpmiddelen zoals zuurstofapparatuur of een rolstoel. Afhankelijk van de kinderen in jouw gezinshuis kun je te maken krijgen met uiteenlopende aandoeningen: bijvoorbeeld een stofwisselingsziekte waarbij 24-uurszorg nodig is, hersenletsel (NAH), ernstige lichamelijke beperkingen, epilepsie of ademhalingsondersteuning. Je hoeft niet alles al te kunnen voordat je begint – je medische achtergrond geeft je een sterke basis en specifieke handelingen leer je indien nodig met extra training. Wat telt is dat je bereid bent deze zorg op je te nemen.
Uiteraard moet voor deze medische handelingen deskundigheid aanwezig zijn. Bij de start heeft ten minste één van de gezinshuisouders een verpleegkundig diploma (mbo-4 of hbo Verpleegkunde). Je staat er bovendien niet alleen voor: je werkt nauw samen met artsen en therapeuten van het kind. Voor bijzondere handelingen krijg je vaak instructie van het ziekenhuis (bijvoorbeeld hoe een specifieke pomp werkt of hoe je moet handelen bij noodsituaties). En heb je even twijfels of vragen, dan kun je terugvallen op gedragsdeskundigen van Zorgmuiters of met de verantwoordelijk behandelaar van het ziekenhuis.

Wat betekent dit voor mijn eigen gezin?
Een medisch gezinshuis starten is niet alleen een verandering voor jou, maar ook voor je eventuele partner en kinderen. Je haalt intensieve zorg in huis en daarmee ook extra verantwoordelijkheid en soms onvoorspelbaarheid. Het is belangrijk om je gezin hier goed op voor te bereiden. Bespreek samen de beslissing en geef iedereen de ruimte om zorgen of verwachtingen uit te spreken. In een medisch gezinshuis wonen doorgaans een of twee kinderen met een ernstige medische behoefte bij een gezinshuisouder thuis. Dit kan ontzettend verrijkend zijn – kinderen leren om te gaan met diversiteit, zorgzaamheid en verantwoordelijkheid. Maar het kan ook pittig zijn, bijvoorbeeld als er ’s nachts medische alarmen afgaan of veel ziekenhuisbezoeken nodig zijn.

Hoe verloopt de samenwerking met het ziekenhuis?
Een medisch gezinshuis staat nooit op zichzelf – we vormen een schakeltje in de keten van zorg rond het kind. De samenwerking met ziekenhuizen en andere zorginstellingen is daarom intensief en essentieel. Veel van 'onze' kinderen komen direct uit het ziekenhuis (bijvoorbeeld langdurig opgenomen geweest) en kunnen dankzij het gezinshuis eerder uit het ziekenhuis ontslagen worden. Voordat een kind naar huis komt, zorgen we samen met het ziekenhuis voor een goede overdracht: je draait als gezinshuisouder vaak een tijdje mee in het ziekenhuis om de specifieke verzorging van dat kind te leren kennen. De kinderarts of specialist bespreekt met jou het medisch beleid, en we maken duidelijke afspraken wie waarvoor bereikbaar is.
Ook na de plaatsing blijft het ziekenhuis betrokken. De kinderen hebben regelmatig controles of behandelingen in het ziekenhuis, bij revalidatiecentra of andere specialisten. Als gezinshuisouder ga je mee naar deze afspraken, zodat je de arts goed kunt informeren hoe het thuis gaat en de instructies kunt meekrijgen. Als gezinshuisouder coördineer je de zorg thuis en houdt contact met alle externe behandelaars. Dat betekent korte lijnen met bijvoorbeeld de kinderverpleegkundige van het ziekenhuis. In noodgevallen kun je overleggen of het kind tijdelijk terug moet naar het ziekenhuis, maar de insteek is juist om zoveel mogelijk zorg thuis te bieden. We merken dat ziekenhuizen het medisch gezinshuis als een waardevolle partner zien: het kind ligt niet onnodig lang in het ziekenhuis, maar krijgt thuis liefdevolle zorg, terwijl het ziekenhuis beschikbaar blijft voor acute of gespecialiseerde interventies. Die samenwerking verloopt meestal in de vorm van periodieke evaluaties en een gedeeld zorgplan. Kortom, je werkt hand in hand met het ziekenhuis: zij leveren de hoogcomplexe medische expertise, jij biedt de dagelijkse zorg en observatie in de thuisomgeving. Samen zorgen we ervoor dat het kind de best mogelijke zorg krijgt, in het ziekenhuis én thuis.

Wat is het alternatief voor deze kinderen?
Als medisch gezinshuiskinderen niet in een gezinshuis zouden wonen, waar zouden ze dan zijn? Het alternatief voor deze kinderen is vaak minder ideaal. Veel van deze jongeren zouden zonder medisch gezinshuis langdurig in het ziekenhuis of een instelling verblijven, soms op een gespecialiseerde kinderafdeling of verpleegtehuis. Een gezinshuis biedt een veel huiselijkere omgeving om in op te groeien – en is bovendien een stuk goedkoper. Een ziekenhuisbed is geen plek om een jeugd door te brengen als het niet strikt nodig is. Dankzij medische gezinshuizen kunnen kinderen na een ziekenhuisopname alsnog in een gezin opgroeien met broertjes en zusjes om zich heen.




